En zoveel schande
- En zoveel schande werd in liefdes naam
- Met rein gelaat, gemeen gemoed bedreven,
- Dat ik mij vaak genoeg voor liefde schaam
- En walging mij belet om voort te leven.
-
- Een felle blos, een bloedgolf stijgt naar 't hoofd,
- Het wordt mij beurtlings rood en zwart voor ogen.
- Ach, alles wat geluk is wordt geroofd,
- Bevochten op almachtige gier en logen.
-
- Maar voor een ogenblik bezinning keert,
- Men weet weer de verrukklijke engel veil
- Voor alles wat zij maar op aard begeert,
- En reinheid zoekt weer in verdriet zijn eigen heil.
Uit: Al dwalend XI.
- --oOo-- -