De troubadour
- Die 's nachts romancen floot onder de linden
- En 's middags scherzo's op de markt der dorpen,
- Hij heeft zijn fluit in een fontein geworpen,
- En wilde een moeielijker wijsheid vinden.
-
- Hij heeft des nachts op een rivier gevaren,
- Hij zag het zonlicht dat de straten kleurde—
- En wist dat hij niet leefde, maar gebeurde,
- Dat daden machtloos als seizoenen waren.
-
- Hij was een reiziger, den dag lang droomend,
- Zijn doel was naar een horizon gericht,
- Hij voelde 't leven uit zijn hart weg-stroomend—
-
- En zijn gelaat was bleek, en blonk van licht,
- Als van den man die, uit de bergen komend,
- God zag van aangezicht tot aangezicht.
Uit: De wandelaar, 1916.
- --oOo-- -