Voorschrift
- Trek de woestijn in,
- laat de karavaan
- den groenen rijkdom der oasen,
- u zij de dorre oceaan
- van zand; goud en topazen
- bewaart ge niet,
- die zijn voor uw vriendin,
- de koningin van Scheba;
- den stierenvechter laat ge de arena,
- den volkstribuun
- het duizendvoudige gehuil
- van de hyena's
- die beurtlings ‘kruist hem’
- en ‘hosannah’ roepen;
- gij gunt den boetprofeet
- zijn sprinkhaan en zijn kemelshaar.
- ontgin, waar niemand
- vruchtbaarheid vermoedt,
- elke woestijn heeft zijn wel;
- geloof onafgebroken:
- hier moet water zijn;
- uw enige toeverlaat
- zij het woord:
- ‘o, bolwerk, o, citadel,
- bekleed mij met
- een nieuwen mantel,
- laat het firmament
- mijn huis zijn,
- zorg, dat mij niemand kent.’
- vraagt elken dag
- een witten keursteen
- en het onbeperkt gezag
- van een nieuwen naam.
- --oOo-- -