David
- Beelden werden niet gemaakt, ze moesten 'worden
- bevrijd uit het marmer', alsof ze er al waren,
- altijd al,
-
- (ergens, in een windstille juni, op een wit,
- onbewoond eiland in een blauw-groene zee)
-
- en inderdaad, hij vond een prachtige steen,
- onder zijn huid een perfekte machine
- van hersenen, spieren en hart,
-
- en niets van moeite, niets van een beweging
- die er ooit was of nog zou, alleen
- houding, onverschillige kracht
-
- van milliarden kristallen, volmaakte
- kopie van een jeugd.
Uit: Voor het verdwijnt en daarna, 1985.
- --oOo-- -