Zoo welkom als de bie
- Zoo welkom als de bie,
- die,
- aan 't ronken, wijl de last
- wast,
- terug met heuren buit
- uit
- de velden rijk beblomd
- komt,
- zoo welkom zijt ge mij,
- gij,
- wanneer ge mij verzet
- met
- hetgeen uw zwervend vlerk-
- werk,
- al vliegen achter 't land,
- vand:
- mijn hoppelend herte klopt
- op 't
- aanhoren en 't verstaan,
- aan
- het ruischen van zijn stem,
- hem
- wiens vlerken ik vaneen
- scheên
- en zenden op de locht
- mocht.
- --oOo-- -