4umi Charivarius : Herscheppingen / Zevende Zang / Scylla

Zevende Zang

Scylla

Naar beneden
Nisus—zoo meldt ons de maar'—
die als koning te Megara heerschte,
pronkte met purperen haar;
dat bewonderden allen ten zeerste.
Scylla, zijn dochter, was dol
op die glanzende, rossige krullen...
Purperen pruik! Wat een rol
zult gij straks in dit drama vervullen?
“Als gij uw lokkentooi mist,”
was te Delphi voorzegd, “door de zonde,
dan,—zoo heeft Phoebus beslist—
gaat uw koninkrijk, met u, ten gronde.”
Lacie! een bloedige strijd
werd om Megara's wallen gestreden:
in dien fantastischen tijd
was het menschdom al net zoo als heden.
Minos lag lang voor de stad,
maar het mocht dezen held niet gelukken,
schoon hij een keurleger had,
als verwinnaar de poort in te rukken.
Dicht bij den wal was een slot,
waar Apollo eens zong in den toren,
en, naar den wil van den God,
deed de muur daar zijn stemme nog hooren.
Scylla, de schoone, zat vaak
op het dak, daar ze zeer muzikaal was,
en—hoe veelzijdig van smaak!—
ook op zoek naar een netten gemaal was.
Neen. Het was niet om die muur,
dat ze kwam. 't Was om Minos t' aanschouwen,
dien ze beminde met vuur,
en met wien ze verlangde te trouwen!
Phoebus' orakel, schoon vaag,
was háár helder, in ziel en in zinnen:
vrouwen zijn dikwijls wat traag,
maar scherpzinnig, wanneer ze beminnen.
“Niet, dat ik,” mijmert zij stil,
“tegen Nisus, mijn vader, een grief heb,
maar... dat hij wijk' voor mijn wil!
en die is: dat ik krijg wien ik liefheb.”
Toen is zóó gruwzaam een plan
in haar blakenden boezem gerezen,
dat ik het billijken kan,
als men weigert om verder te lezen.
Ja. Op een duisteren nacht,
toen de koning gerust lag te slapen,
heeft zij de wandaad volbracht
om zijn kleurige kapsel te kapen!
Knip! zei de schaar. Het geluid
klonk de maagd als muziek in de ooren;
Knip! zei de schaar. Het geluid
klonk de maagd als muziek in de ooren;
blij rent ze weg met de buit—
en bevolking en vorst zijn verloren!
Scylla snelt dwars door het kamp
van den vijand om hem te ontmoeten,
dien zij verafgoodt—o, ramp!—
en zij werpt hem de vlecht voor de voeten.
“Minos!” zoo juicht zij, “ik kom
met het middel voor u om te winnen;
trek nu met wapp'rende trom,
och, met slaande—'k verspreek me—naar binnen;
Wappere wimpel en vaan!
nu zijn weerloos het volk en zijn koning;
neem deze pruik van mij aan,
ik verlang slechts uw hart tot belooning.”
“Scylla!” roept Minos ontzet,
“kondt gij zó´ uw geweten beladen!
Hebt gij”—hij zei het woord!—“slet,
om uw lusten uw vader verraden?”
't Duizelt den edelen held
in het hoofd, en het beukt er, en bonst er...
“Ga!” roept hij, doodlijk ontsteld,
“als ik trouw, trouw ik niet met een monster!”
Scylla krijgt, wat ze verdient:
alle wegen zijn voor haar gesloten:
Vijand en vroegere vriend
zullen haar, de gevloekte, verstooten...
Nisus ligt bleek op de baar;
de bevolking moet capituleeren.
Minos, vermoeid, maakt zich klaar
om de veste den rug toe te keeren.
Wild streeft ze na wat ze wenscht
en, zoowaar! wat ze zoekt zal ze vinden,
Scylla doolt droef aan ree,
als de schepen zich westwaarts bewegen...
Plotseling springt zij in zee,
en geen macht houdt de zwemmende tegen.
Wild streeft ze na wat ze wenscht,
en, zoowaar! wat ze zoekt zal ze vinden,
want, tot een zeemeeuw ontmenscht,
zweeft zij rond om het schip des beminden.
Sluitings-vignet.

Nisus—hij verfde zijn haar,
dat begrijp je!—kwam smaadlijk te sterven;
hoed je dus voor het gevaar
dat je loopt, door je haren te verven.
Naar boven
- --oOo-- -
 Charivarius English is Tough Stuff Uitkomst-rijm Serenade De stijl Charivaria Ruize-rijmen Het scheepsjournaal van de ark Herscheppingen Inhoud Inleiding Eerste Zang Tweede Zang Derde Zang Vierde Zang Vijfde Zang Zesde Zang Zevende Zang Scylla Achtste Zang Negende Zang Tiende Zang Elfde Zang Twaalfde Zang Dertiende Zang Veertiende Zang Vijftiende Zang Verklarend Register Werken van Charivarius Charigalgje